Nieuwe wetgeving dreigt grondrechten te ondermijnen. In een tijd van politieke verschuivingen en groeiende maatschappelijke spanningen, staat de bescherming van grondrechten opnieuw ter discussie. Verschillende recente wetsvoorstellen en moties roepen zorgen op over de positie van zowel klassieke als sociale grondrechten in Nederland.
Minister Judith Uitermark en het NSC pleiten ervoor dat rechters klassieke grondrechten zoals vrijheid van meningsuiting, vereniging en demonstratie aan de Grondwet moeten kunnen toetsen. Dit zou burgers beter beschermen tegen inperking van hun vrijheden. Tegelijkertijd roepen maatschappelijke groepen, waaronder de Grootouders voor het Klimaat, op tot meer aandacht voor sociale grondrechten zoals vastgelegd in artikelen 20, 21 en 22 van de Grondwet.
Wet bestuurlijk verbod organisaties
Op 22 april bespreekt de Eerste Kamer de Wet bestuurlijk verbod organisaties. Deze wet geeft de minister – en dus niet de rechter – de bevoegdheid om organisaties te verbieden als zij als ontwrichtend worden beoordeeld voor de samenleving. Dit kan bijvoorbeeld gaan om organisaties die vaker verkeersregels overtreden of politiebevelen negeren.
Een eerder aangenomen motie door de Tweede Kamer noemt Extinction Rebellion (XR) expliciet als “ontwrichtend” en roept op tot intrekking van de ANBI-status. Daarmee zou XR onder deze nieuwe wet potentieel verboden kunnen worden – een zorgwekkende verschuiving waarbij de rechter buitenspel staat.
Beperkingen op toegang tot de rechter
Tegelijkertijd zijn er voorstellen in omloop om belangenorganisaties met een ideëel doel moeilijker toegang tot de rechter te geven. De motie-Stoffer bepleit strengere representativiteitseisen voor dergelijke organisaties. Dit raakt klimaatbewegingen zoals Urgenda, die eerder via de rechter succesvol actie ondernamen tegen de overheid. Volgens de Raad voor de Leefomgeving vormt juist dit soort beperking een schending van internationaal erkende rechten op toegang tot de rechter.
Ook het demonstratierecht staat onder druk. In januari zijn moties aangenomen die oproepen tot strengere regelgeving, waaronder het inzetten van gezichtsherkenningstechnologie bij demonstraties en het strafbaar stellen van blokkades van vitale infrastructuur. Moties die oproepen tot bescherming van het demonstratierecht, zoals die van El Abassi, werden juist verworpen.
Conclusie: Rechtsstaat in de verdrukking
Hoewel sommige wetsvoorstellen zijn bedoeld om orde en veiligheid te waarborgen, dreigen ze bij elkaar opgeteld juist de fundamenten van de rechtsstaat aan te tasten. De rechter krijgt minder ruimte, belangenorganisaties worden beperkt en het demonstratierecht verzwakt. Wat begint als bescherming tegen ontwrichting, kan uitmonden in het monddood maken van kritische stemmen. Het is tijd om ons af te vragen: wie beschermt de burger als de minister de scheidsrechter wordt?
Joyce Hes
werkgroep Recht