Grootouders voor het Klimaat en het Hoofdlijnenakkoord: We houden ons hart vast
Vastgehouden hart 2 met logo

Grootouders voor het Klimaat en het Hoofdlijnenakkoord: We houden ons hart vast

Dat zou de titel kunnen zijn van een persbericht dat wij als Grootouders voor het Klimaat uitbrengen als reactie op het door PVV, VVD, NSC en BBB gesloten Hoofdlijnenakkoord.

Het weerspiegelt ons hart voor een leefbare wereld voor alle kleinkinderen die door het akkoord verder in de waagschaal wordt gelegd. Korte termijn beleid, vooral gericht op de huidige belangen van de meeste boeren en bedrijven, domineert de paragrafen over energie, klimaat, vervoer en natuur. Toekomstgericht lange termijn beleid krijgt nauwelijks aandacht.

Positieve punten

Er zitten ook een aantal positieve punten in het akkoord om de problemen in de uitvoering van het klimaatbeleid aan te pakken. Bijvoorbeeld:

  • Inzet van een deel van de middelen uit het Klimaatfonds (dat dus niet wordt afgeschaft, maar wel wat verkleind) om de energietransitie voor burgers en kleine bedrijven betaalbaar te maken;
  • Verminderen van de huidige afhankelijkheid van geïmporteerde fossiele energie (denk aan vloeibaar aardgas) en voorkomen van nieuwe afhankelijkheden (denk aan waterstof);
  • Inzet op eigen duurzame energieproductie;
  • Aandacht voor verminderen van de afhankelijkheid van andere landen voor grondstoffen (wat zeker speelt bij de transitie naar duurzame energie);
  • Invoering van een belasting op onbebouwde grond met een woonfunctie en invoering van een planbatenheffing om daarmee grondspeculatie tegen te gaan (biedt aanknopingspunten voor een Grondbank die het starten van natuurinclusieve landbouwbedrijven  kan bevorderen, iets waar wij ons voor inzetten);
  • Versterking van de onafhankelijkheid van inspecties.

Zorgpunten

Er zitten geen aanscherpingen van het klimaat- en natuurbeleid in het akkoord, de doelstellingen voor 2030 en 2050 blijven overeind (want conform EU-wetgeving), maar er zijn wel heel wat afzwakkingen en aanpassingen:

  • Er komt geen nationaal beleid voor uitstootreductie bovenop EU-beleid, terwijl er wel vrij uitgebreid gesproken wordt over klimaatadaptatie, een weerspiegeling van het accent dat dit akkoord legt.
  • Afschaffen huidig en voorgenomen extra nationaal klimaatbeleid, bovenop EU- beleid, zoals
    • de aangekondigde verhoogde CO2-heffing voor de industrie  gaat van tafel (blijft de huidige nationale CO2-heffing voor de industrie wel bestaan?);
    • fossiele subsidies worden alleen in Europees verband afgebouwd;
    • de (fossiele) subsidie op diesel voor de landbouw (rode diesel) wordt weer ingevoerd;
    • subsidies voor de aanschaf van elektrische auto’s worden per 2025 afgeschaft;
    • de verplichte omschakeling naar (hybride) warmtepompen in 2026 wordt geschrapt;
    • geen verplichtingen om bestaande koopwoningen te verduurzamen;
    • geen extra verduurzamingseisen voor woningen;
    • subsidiëring van bio-energie voor warmtenetten  (voorlopig nog nodig voor de warmtetransitie) en voor het uit de lucht halen van CO2 (wat op termijn noodzakelijk is om de klimaatdoelen te halen) wordt gestopt, dan wel niet ingevoerd;
    • het uitstellen van de invoering van zero emissie zones in steden en het afzien van rijksbeleid op dit punt;
    • de maximum snelheid op autowegen wordt- waar het kan- verhoogd naar 130 km/uur.

Uit het overzicht van geplande inkomsten en uitgaven blijkt er nog een aantal andere afzwakkingen van het klimaatbeleid te zijn overeengekomen:

    • afschaffing – in een keer in plaats van geleidelijk – van de saldering voor bezitters van zonnepanelen (per 2027);
    • terugdraaien van de aangekondigde verhoging van de energiebelasting op aardgas;
    • verlenging van de accijnsverlaging op fossiele brandstoffen;

De vraag is of het daarbij blijft, terwijl voor het halen van de in EU verband afgesproken klimaatdoelen (waaraan de onderhandelaars zich committeren) nationaal beleid, naast EU-beleid, gewoon nodig is.

  • Er wordt ingezet op 4 grote en een aantal kleine kerncentrales. Dat past niet bij het punt van vermindering van afhankelijkheid van energiebronnen. In tegendeel, voor uraniumimport en afvalverwerking neemt de afhankelijkheid toe. De vraag is of de sterke inzet op kernenergie ten koste zal gaan van de uitbreiding van duurzame energie, of dit niet leidt tot veel hogere energiekosten en of de netcapaciteit dit wel aankan. Een mysterieuze zin in deze paragraaf spreekt van een rijksbijdrage aan de bouw van centrales in de vorm van publiek-private samenwerking en kennisontwikkeling, terwijl er in de financiële bijdrage een bedrag van € 10 miljard voor wordt gereserveerd.
  • Wat betreft de luchtvaart is het voornemen de rechtsbescherming van omwonenden van luchthavens (lees Schiphol) “op orde te brengen”, maar “met behoud van de netwerkfunctie van Schiphol” (wat natuurlijk niet samengaat). Gesteld wordt dat daarmee op langere termijn doorgroei van Schiphol mogelijk wordt met stillere en zuiniger vliegtuigen (een illusie op afzienbare termijn).
  • Wat betreft de vermindering van de klimaatdruk van de landbouw/veeteelt en het voor het klimaat zo essentiële natuurbeleid bevat het akkoord geen enkel perspectief. De meest kenmerkende uitdrukking hiervan is misschien wel dat ingezet wordt op “landbouwinclusieve natuur”!  Het akkoord staat bol van de afzwakkingen van stikstof- en mestbeleid, voor een flink deel door betreffende EU-wetgeving aan te passen (een wensdroom). Het stikstoffonds, dat deels bedoeld was voor natuurmaatregelen, wordt afgeschaft. Wat betreft de veeteelt zegt het akkoord: “Er wordt niet gestuurd op gedwongen krimp van de veestapel, maar op instandhouding van belangrijke natuur”, om even verderop het natuurbehoud te “vergeten” als er staat: “Er wordt niet gestuurd op gedwongen krimp van de veestapel en er komt geen gedwongen onteigening”.
  • Wat betreft het schrappen van het Grondwetsartikel over het toetsingsverbod van wetgeving is het de bedoeling dat alleen te doen voor de “klassieke Grondrechten”; dat betekent dat het niet zou gelden voor de artikelen over de sociale grondrechten zoals een gezonde leefomgeving, iets waar wij ons juist sterk voor maken. Versterking van het recht van toekomstige generaties op een gezonde leefomgeving wordt niet genoemd.
  • De forse bezuiniging op de uitgaven voor ontwikkelingssamenwerking, oplopend tot €2,4 miljard per jaar vanaf 2027 (op een huidige begroting van €6,7 miljard) zal zeker een negatief effect hebben op de steun aan ontwikkelingslanden voor klimaatmaatregelen. Terwijl juist meer steun nodig is om klimaatverandering mondiaal effectief aan te pakken.
  • Een meer algemeen zorgpunt is dat nieuwe kabinet wil onderzoeken hoe het recht van ideële belangenorganisaties om te procederen kan worden ingeperkt.

Zie de bijlage voor de paragraaf over energie en klimaat.

 

Deel
Deel

Lees andere artikelen

16 november 2024
De uitkomst van de presidentsverkiezing in de VS roept vragen op, waaronder vragen over gevolgen voor klimaatbeleid. Vragen bij de...
11 november 2024
Met ruim 40 grootouders stonden we er weer, voor de 137e keer! Dit keer voor het Ministerie van Klimaat en...
28 oktober 2024
Het kabinet heeft geen actieplan ingediend voor het herstel van de biodiversiteit en stuurt niemand naar de wereldwijde VN biodiversiteitstop...
Ga naar de inhoud