Er is grote maatschappelijk onrust over het stikstofprobleem. Waar gaat dit nu precies over? Het probleem is de neerslag (“depositie” in vakjargon) van stikstofverbindingen in natuurgebieden, waardoor de natuur wordt aangetast. Het gaat om ammoniak uit de landbouw en stikstofoxiden van het verkeer, de industrie en de landbouw (NEMO Kennislink en TNO).
De neerslag van stikstofverbindingen in de belangrijkste natuurgebieden in Nederland, de zogenaamde Natura 2000 gebieden (Rijksoverheid), is al jaren veel te hoog om de natuur in stand te houden. Het kaartje hieronder (Universiteit Wageningen) laat zien dat de overschrijding van de norm tussen de 5 en 75% ligt. De belangrijkste bijdragen aan de totale neerslag in Nederland komen van de Nederlandse landbouw (ca. 45%), buitenlandse bronnen(ca. 35%) en Nederlands wegverkeer (ca. 6%). Maar dat zegt niet zoveel. Het gaat er uiteindelijk om hoe die bijdragen zijn voor elk natuurgebied afzonderlijk. Dat is op het tweede kaartje te zien. De bijdrage van de landbouw varieert van 1 tot 65%, met de grootste bijdragen in Drenthe, Overijssel, Noord-Brabant en Limburg. De rest komt dus van andere bronnen, die ook op grotere afstand van natuurgebieden kunnen liggen, omdat stikstofverbindingen over lange afstand kunnen worden getransporteerd.
Jarenlang is in Nederland verdere uitbreiding van veestallen, wegen en industrie toegestaan, met extra stikstofneerslag in natuurgebieden met de hoop dat op termijn er door technische ontwikkelingen minder uitstoot zou gaan plaatsvinden. Door een uitspraak van de bestuursrechter is deze praktijk nu verboden, met als gevolg dat momenteel geen vergunningen meer kunnen worden verstrekt voor uitbreiding van stallen, wegen en gebouwen die tot extra stikstofneerslag in natuurgebieden leiden (Rijksoverheid).
De oplossing zal moeten komen van daadwerkelijke vermindering van de stikstofuitstoot van landbouwbedrijven (minder vee, andere praktijken met minder ammoniakuitstoot), het wegverkeer (snelheidsverlaging en diesel vervangen), de industrie (fossiele brandstoffen vervangen door elektriciteit en verlaging van de uitstoot van stikstofoxiden door chemische fabrieken). Door de grote bijdrage van stikstofbronnen op grote afstand van natuurgebieden zullen zowel gebiedsgerichte als landelijke maatregelen nodig zijn (TNO).
Hoe werkt dit door in het klimaatbeleid?
Zoals in een eerdere nieuwsbrief al gemeld, zullen veel maatregelen om de stikstofuitstoot te beperken ook leiden tot een afname van de uitstoot van broeikasgassen. Dus dat is positief. Minder vee leidt tot minder mest en minder uitstoot, langzamer rijden zorgt niet alleen voor minder uitstoot van stikstofoxiden, maar ook dat we zuiniger rijden en minder fossiele brandstoffen gebruiken.
Technische oplossingen die vaak worden genoemd voor het stikstofprobleem, zoals het plaatsen van luchtwassers op veestallen, helpen dan weer niet voor het klimaat omdat deze apparaten veel energie verbruiken en niets doen aan de hoeveelheid dieren.
Het stikstofbeleid laat zien dat pas na een definitieve uitspraak van de rechter de overheid echt pas op de plaats maakt en een rem zet op vervuilende activiteiten. Laten we hopen dat de definitieve uitspraak in de Klimaatzaak op 20 december ook leidt tot een versnelling, en een serieuze aanpak. Het 40puntenplan van Urgenda zorgt niet alleen voor 25% minder uitstoot in 2020, maar dringt ook de stikstofuitstoot flink terug.[vc_column_text]