4. De vervuiler betaalt

4. De vervuiler betaalt

4. De vervuiler betaalt. Subsidies op fossiele brandstoffen worden afgeschaft.

Het is onvermijdelijk dat productie van goederen milieudruk met zich meebrengt, maar die moet zoveel mogelijk worden beperkt door vervuiling te beprijzen.

Het beginsel De Vervuiler Betaalt ligt ten grondslag aan o.a. het CO2 emissiehandelssysteem (ETS), maar wordt op vele andere terreinen slechts mondjesmaat toegepast. In het geval van fossiele subsidies wordt de vervuiler zelfs betaald. Deze subsidies worden door het Ministerie van Financiën geschat op 40-46 miljard euro per jaar. We zijn het dan ook eens met vele anderen die stellen dat de regering de fossiele subsidies zo snel mogelijk moet uit faseren.

Het beëindigen van fossiele subsidies en het meenemen van de externe kosten zal er toe leiden dat producten met een lagere milieudruk relatief goedkoper worden. Daarmee wordt een stap gezet om binnen de draagkracht van de aarde te kunnen blijven produceren. Deze kans mogen we niet opnieuw missen zoals twintig jaar geleden. Toen al werd in het Nationaal Milieubeleidsplan (NMP-4, 2001) gesteld ‘Niet-duurzame subsidies en andere daarmee vergelijkbare instrumenten voor diverse sectoren, zoals het verkeer en vervoer en de energiesector, zullen worden afgeschaft’. Laten we er eindelijk serieus werk van maken.

Prijsprikkels

Prijsprikkels zijn essentieel bij het versnellen van de energietransitie. De zware industrie betaalt via het Europese emissiehandelssysteem ETS, zij het dat nog steeds een flink deel van de uitstootrechten gratis wordt uitgedeeld. Door de uitstootrechten schaars te maken (in 2040 worden er geen uitstootrechten meer afgegeven) ontstaat druk op omschakeling naar schonere systemen. Probleem is dat de politiek de neiging heeft beleid af te zwakken als de kosten erg hoog worden. Consumenten en kleine bedrijven betalen veel hogere bijdragen dan de grote bedrijven in de vorm van energiebelasting en accijns als middel om de schatkist te vullen. Politiek is er druk om die belastingen voor consumenten te verlagen. De overeenkomst is echter dat in beide gevallen de prijs die voor CO2 betaald wordt te laag is om de energietransitie echt te versnellen. Een verhoging van de CO2 prijs, kan helpen bij die versnelling. Dat moet dan wel gepaard gaan met verlaging van de belasting op arbeid om iedereen te kunnen laten meedoen.

Wij stellen de volgende maatregelen voor:

  • Zolang aanscherpingen van het ETS (beperking hoeveelheid en geldigheidsduur van emissierechten, boetes bij overschrijdingen) niet leiden tot een aanzienlijk hogere prijs voor emissierechten, zal de bestaande nationale CO2 heffing voor de industrie worden verhoogd.
  • Het CO2-tarief voor energie intensieve producten aan de Europese grens (Carbon Border Adjustment Mechanism) is onlangs van kracht geworden voor onder meer staal en cement.  De reikwijdte van dit mechanisme zou stelselmatig moeten worden uitgebreid tot alle producten met een significante voetafdruk.
  • De Btw-tarieven worden aangepast zodat niet-duurzame producten minder aantrekkelijk worden dan vergelijkbare duurzaam geproduceerde.
  • Waar BTW niet voldoende is om de balans bij keuze richting duurzaamheid te laten doorslaan moeten specifieke belastingen worden ingesteld of verhoogd. Dat zou in ieder geval moeten gelden voor wegverkeer (op CO2 uitstoot en gewicht gebaseerde kilometerheffing, het vliegverkeer (verhoging van de vliegticketbelasting en actie in EU kader voor kerosine heffing) en scheepvaart.
  • Eventuele effecten op de koopkracht van de burgers en de winstgevendheid van bedrijven kunnen worden gecompenseerd door aanpassing van de inkomstenbelasting (belastingvrije voet en schijventarief), bijstandsuitkeringen en aanpassingen van de vermogens-, winst- en  vennootschapsbelasting. Zodat een nieuwe balans ontstaat in het totaal van belastingen.
  • Een verschuiving van Belasting op Toegevoegde Waarde (BTW) naar Belasting op Toegevoegde Koolstof (BTK) en Belasting op Toegevoegde Milieuschade (BTM) dient op korte termijn te worden onderzocht.
  • Beleggingen kunnen worden bijgestuurd door beleggingen in de fossiele economie minder rendabel te maken. Dit kan door differentiatie van de winstbelasting. De jaarverslagen van beursgenoteerde ondernemingen geven inzicht in de hoeveelheid energie ingekocht voor hun bedrijfsactiviteiten. Deze gegevens kunnen worden gebruikt om differentiatie in tarieven aan te brengen op basis van benchmarking met de best bestaande technieken.
Ga naar de inhoud