6. Versnel de energietransitie

6. Versnel de energietransitie

6. Versnel de energietransitie

De omschakeling naar duurzame energie gaat te langzaam. Daar worden verschillende oorzaken voor gegeven: het elektriciteitsnet kan het niet aan (congestie), te weinig vakmensen, elektrische auto’s onaantrekkelijk door hoge en onzekere stroomtarieven. En dan de worsteling om de omschakeling naar elektrisch vervoer voor ieder betaalbaar te houden, het onvoldoende ten goede komen van uitbreiding van wind op zee direct voor burgers en twijfels over elektrificatie bij het MKB. Doordat lokale iniatieven en medezeggenschap onvoldoende kunnen worden benut is er weerstand tegen duurzame energieprojecten op land.

Ook zien we dat lokale of provinciale overheden niet of onvoldoende meewerken om de noodzakelijke regionale bijdragen aan de energietransitie te realiseren. Hiervoor is meer centrale regie nodig op de uitvoering van de energietransitie. Het toelaten van gebrek aan solidariteit ondermijnt het draagvlak bij goedwillenden.

Om de broodnodige versnelling in gang te zetten heeft het vorige kabinet initiatieven genomen, zoals netverzwaring, uitbreiding van wind op zee en stimulering van opleiding van vakmensen. De implementatie moet sneller, wil een CO2 neutraal energiesysteem uiterlijk in 2040 zijn bereikt. Een belangrijk middel hierbij zou een wettelijke regeling zijn voor de afbouw van de winning en de import van fossiele brandstoffen.

Zeggenschap van de lokale omgeving

Voor duurzame energie op land is het vergroten van de zeggenschap van de lokale omgeving over wind- en zonprojecten en warmtenetten essentieel:

  • Er moet een wettelijke resultaatverplichting komen voor minimaal 51% lokaal eigendom en zeggenschap van duurzame energieprojecten op land.
  • Bij vergunningverlening voor het realiseren van een duurzaam energieproject moet een project van de lokale gemeenschap een voorkeurspositie krijgen;
  • Door energiedelen mogelijk te maken en te stimuleren voor burgers, burgercoöperaties en kleine bedrijven kan duurzame energie lokaal beschikbaar komen tegen lage en voorspelbare kosten. Ook  netcongestie kan hiermee worden verminderd. Europese wetgeving verplicht dat al, maar door Nederland is dit nog niet ingevoerd. De Energiewet dient hierin te gaan voorzien.   
  • Een deel van de uitbreiding van wind op zee moet in handen komen van coöperaties, zodat deze stroom benut kan worden door lokale energiegemeenschappen om het systeem van energiedelen rendabel te maken;
  • De capaciteit van wind op zee moet primair ten goede komen van burgers en elektrificatie van het MKB. Groene waterstof productie ten behoeve van de grote industrie kan alleen aanvullend gebruik maken van deze windstroom of dient door deze industrie zelf te worden opgezet.

Bij alle investeringen in duurzame energie , zoals windparken op zee en zonneparken, is het van groot belang de biodiversiteit te waarborgen  en waar mogelijk te bevorderen.

Kernenergie en verwijderen van CO2

Wat betreft kernenergie moet er eerst een zorgvuldige analyse van de noodzaak, de kosten ervan en de inpasbaarheid in een duurzaam energiesysteem worden gedaan, voordat er miljarden worden uitgegeven.

Afvangen van CO2 uitstoot uit fabrieken zal, waar geen spoedig uitzicht is op fundamentele procesveranderingen, moeten worden verplicht, te financieren door de bedrijven zelf.

Verwijderen van CO2 uit atmosfeer is essentieel om de Nederlandse verplichtingen als gevolg van het Parijs Akkoord te waarborgen. Hiervoor moeten met spoed concrete projecten worden gestart, bijvoorbeeld door, bij een van de te sluiten kolencentrales deze met biomassa, mits duurzaam geproduceerd en geoogst, te stoken en de CO2 ervan af te vangen en veilig op te slaan.

Ga naar de inhoud