5. Wettelijke normen

5. Leg meer nadruk op wettelijke normen

Hoewel door het (nu demissionaire) kabinet met de mond werd beleden dat het beleid vooral op beprijzen en normering moet worden gericht, is het accent altijd sterk op subsidiering blijven liggen. Subsidies introduceren vaak complexiteit met onzekere uitkomsten. Ze leggen beslag op begrotingsgeld dat vroeg of laat (door toekomstige generaties) via belastingen moet worden opgebracht. Daarom moet meer direct gebruik worden gemaakt van wettelijke normen. Deze hebben zich bewezen bij het verminderen van de uitstoot van auto’s, alsook bij de bouw van energie neutrale huizen. Situaties waarin prijsprikkels en subsidies niet werken.

Enkele concrete voorstellen:

  • Verlenging van de terugverdientijd voor energiebesparingsmaatregelen bij bedrijven tot 10 jaar;
  • Een verplichting om uitsluitend recyclebare verpakkingen te gebruiken;
  • Het vastleggen van een strikte termijn waarin installaties moeten voldoen aan de normen die gelden voor best bestaande technieken. Het traineren van modernisering zoals al jaren bij Tata wordt strafbaar op het niveau van de verantwoordelijke CEO.
  • Niet alle bestaande installaties zijn in de toekomst noodzakelijk (6 raffinaderijen in Nederland als we naar een 100% duurzame energievoorziening gaan?). Op Europees niveau moet worden vast gesteld hoeveel en welke installaties nodig zijn om de afhankelijkheid van andere landen beperkt te houden. De Europese Kolen en Staal Gemeenschap (EGKS) die na de Tweede Wereldoorlog in Europa werd opgericht om landen te laten samenwerken bij de kolen- en staalindustrie is een goed voorbeeld hiervoor.
  • In de financiële sector vloeit nog steeds veel kapitaal naar fossiele investeringen, ondanks dat duurzame aandelen op langere termijn een beter rendement opleveren. Het invoeren van een (oplopend) verplicht aandeel van duurzame investeringen van financiële instellingen kan de noodzakelijke verschuiving van investeringsstromen aanzienlijk versnellen.
  • Een verplichte inschakeling van energiecorporaties bij duurzame energieprojecten zal helpen het draagvlak onder de bevolking voor de energietransitie te vergroten. Hiervoor hebben wij een amendement op de ontwerp Energiewet opgesteld, dat het bevoegd gezag verplicht zogenaamde maatschappelijke vergunningverlening toe te passen, waarin het belang van de lokale omgeving beter wordt gewaarborgd.
  • Een wettelijke resultaatverplichting voor minimaal 51% lokaal eigendom en zeggenschap in duurzame energieprojecten op land.
Ga naar de inhoud