8. Duurzame gebouwde omgeving

8. Duurzame gebouwde omgeving

8. Maak een duurzame gebouwde omgeving voor iedereen betaalbaar

De transitie naar een duurzame energievoorziening heeft grote consequenties voor de warmtevoorziening in de gebouwde omgeving. Klimaatneutraal betekent dat er uiteindelijk ook geen aardgas voor verwarming zal worden gebruikt. De operatie om dat tot stand te brengen komt weliswaar zorgvuldig, maar te langzaam van de grond. Financiële prikkels voor woningcorporaties en huiseigenaren om huizen te verduurzamen dekken niet de (aanzienlijke) kosten voor de warmtetransitie. Dat betekent aarzeling en zelfs verzet van bewoners van wijken waar met de warmtetransitie een begin is gemaakt. Vaak ligt hieraan ook het feit ten grondslag dat de voorlichting en de professionele begeleiding ernstig tekort schieten. Woningbouwcoöperaties en energiegemeenschappen zouden ondersteund moeten worden om de voordelen beter bij de mensen thuis te kunnen uitdragen.

Voorstellen:

  • Een nationaal isolatieplan inclusief financieringsmodaliteiten om alle gebouwen in Nederland te verduurzamen, te beginnen met de slechts geïsoleerde woningen voor mensen met de laagste inkomens alsmede gemeenschapsvoorzieningen. Meer financiële steun kan nodig zijn om te zorgen dat de woonkosten voor lage inkomens zoveel mogelijk neutraal blijven: klimaatrechtvaardigheid.
  • Het installeren van zonnepanelen op daken wordt op dit moment geremd door het voornemen de saldering af te schaffen en door energiebedrijven ingevoerde boete op terug levering. Barrières voor lokale opwekking en opslag moeten worden weggenomen.  Het plaatsen van zonnepanelen op daken biedt nog veel mogelijkheden, waarbij tevens gezorgd moet worden voor goede systemen om de balans tussen aanbod en vraag te kunnen beheren en sturen via energiedelen.
  • Een sterke rol van energiegemeenschappen bij de ontwikkeling van warmtenetten, waarbij overtollige elektriciteit en restwarmte van bedrijven wordt ingezet.
  • Verplichtingen voor energie-eisen en tarieven aan woningen bij verkoop en nieuwe huurcontracten.
  • Natuurinclusief bouwen en vergroening van de gebouwde omgeving krijgt een grote impuls, o.a. door  bomen aan te planten in de bestaande wijken en aanplant mee te nemen bij de ruimtelijke ordening.
  • Om de transitie van landbouw naar natuur te faciliteren, de verrommeling en verdozing van het landschap te stoppen, het woningtekort en met name de volkshuisvesting aan te pakken en integraal de kwaliteit van de leefomgeving te verhogen wordt de Ruimtelijke Ordening centraal geplaatst in integrale beleidsvorming. Dit wordt belegd bij een Minister van Ruimtelijke Ordening.
Ga naar de inhoud